Zitvolleybal is een aantrekkelijke paralympische volleybalvariant, zowel om te beoefenen als om naar te kijken. Het zitvolleybal hanteert – bijna onveranderd – de basiselementen van het volleybal alleen voer je deze zittend in plaats van staand uit. In Nederland mag iedereen met of zonder handicap meedoen. Internationaal worden spelers geclassificeerd naar aard van de handicap. Dus als je na een blessure wilt blijven volleyballen, dan is zitvolleybal dé sport voor jou! Ga het een keer proberen en sta verbaasd over de snelheid, dynamiek en technische gelijkenis met het staand volleybal.
Bovenhands en onderhands kennen dan ook in verband met de verplaatsingsproblematiek enkele varianten, maar blijven belangrijke technische onderdelen. Naast aanval en blok zijn vooral de lage verdediging, de dynamiek en hoge snelheid spectaculair. Een sprongservice? Dat mag nou net niet! Het zitvlak of een deel van de romp moet bij bijna elke spelactie contact hebben met de vloer.
Zitvolleybal is een leuke en dynamische teamsport en wordt op veel plekken in Nederland gespeeld. Het verhaal van een zitvolleybalteam bevat zoveel meer dan de sport en de sportprestaties. Verhalen over nieuwe levenskeuzes maken na een ‘ongeluk’, accepteren van je beperking en hieruit voordelen zien te halen, angsten overwinnen en het verschil kunnen maken dankzij de beperking in plaats van ondanks een beperking.
Zitvolleybal wordt gespeeld op een speelveld van 6 bij 10 meter (kleiner dan het speelveld van zaalvolleybal dat 9 bij 18 meter meet), in tweeën gedeeld door een net. Dit net heeft een hoogte van 115 centimeter voor de heren en 105 centimeter bij de dames. De twee teams bestaan ieder uit zes spelers.