Bij de beachvolleybalwedstrijden in Parijs zal de Eiffeltoren de tv-kijker vaak genoeg opvallen. Dat kun je niet zeggen van de coaches. Die zijn tijdens een partij letterlijk en figuurlijk onzichtbaar. De teams moeten het eenmaal op het beachcourt puur op eigen kracht doen.

Bij tennis op televisie zie je vaak de coaches in beeld. Met handgebaren, soms iets roepend, aanmoedigen, aanwijzingen geven. Wie straks bij de wedstrijden van onze beachvolleyballers voor de buis zit, zal hoogstwaarschijnlijk geen glimp opvangen van de coaches Michiel van der Kuip en Frank van den Outenaar. Hun rol tijdens de partijen is ook nihil. Zo is dat nu eenmaal in beachvolleybal bepaald.

Discussie

Waar in de loop der jaren in tennis de invloed van coaches tijdens partijen is toegenomen en ze in een aantal toernooien zelfs tijdens de pauzes even hun pupil bij de stoel mogen bezoeken, is er op dat gebied in beachvolleybal weinig ‘beweging’. Coaches mogen tijdens de wedstrijden ‘niks’ doen. 

Is dat nog van deze tijd? Het is een discussie die zo nu en dan weer eens oplaait. Michiel van der Kuip (foto onder), al enkele jaren bondscoach van de mannenteams, schat in dat de volleybalwereld wat dit punt betreft in twee gelijke kampen is verdeeld. “Ik denk dat de verhouding zo’n beetje fifty-fifty is. Persoonlijk zit in het kamp dat niet meer invloed wil. Ik vind het een van de charmes van beachvolleybal. Bij jeugdtoernooien mag het meestal wel, maar dat begrijp ik dan ook goed. We doen ons best om de teams zo zelfstandig mogelijk te maken, zodat ze zonder hulp van buitenaf tijdens de wedstrijd zelf de goede keuzes maken.”

Van der kuip

Scenario’s 

Ook Van den Outenaar is die mening toebedeeld. Hij is in Parijs de coach van Katja en Raïsa. “Ik vind het mooi om te zien wanneer de scenario’s en de aanpak die we vooraf hebben besproken ook goed uitpakken in een wedstrijd. En dat ze problemen zelfstandig oplossen.”

Wat dat betreft heeft Van den Outenaar over Katja en Raïsa niets te klagen. “Kijk waar ze in de wereld staan. Dan moeten ze toch wel iets goed doen, hè”, zegt hij met een knipoog. Natuurlijk, voegt de coach eraan toe, lukt het de ene week beter dan de andere. “Ze zijn heel complementair aan elkaar. Gezien de nog jonge leeftijd van allebei, hebben ze toch al vaak genoeg bewezen dat ze een wedstrijd kunnen ombuigen naar een 2-1 overwinning. 

Plan

Sommigen lezen een wedstrijd heel goed, anderen iets minder, ervaart Van der Kuip. “Je moet op eigen kracht de top halen. Onze spelers komen als eerste met een plan en daar kun je als coach nog wat op aanvullen. Als coach ben je je ook heel goed bewust waarop je in de aanloop wel op gaat coachen en sturen. Je wil niet voor een negatieve invloed zorgen. Ook dat spreek je met een team heel goed af.” 

In de voorbereiding op een wedstrijd speelt Van den Outenaar (foto onder) uiteraard wel een voorname rol. “We hebben een heel gestructureerde voorbereiding, met diverse scenario’s afgestemd op de planning van de FIVB. Dat geeft rust. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat wedstrijden uitlopen of dat wedstrijden ineens worden verplaatst of vervroegd. Daar mag je niet door verrast worden.”

Outenaar

Gedachtegang

Van den Outenaar maakt eerst zelf met behulp van scout Nina te Lintel Hekkert aan de hand van beelden, data en oude wedstrijdplannen een analyse van de tegenstanders. “Dan kijken we daar eerst met Raïsa apart naar en overleggen met haar. Bewust eerst met Raïsa; zij heeft in dat opzicht iets meer de leidende rol. Ook vanwege haar positie in het veld. Daarna overleggen we met Katja en kijken we of we qua gedachtegang een beetje op één lijn zitten. Daarna gaan de meiden samen met elkaar zitten om de tactiek te bepalen en een plan te smeden.” Wanneer dat is afgetikt, is het wachten op de warming-up waarbij de coaches wel aanwezig zijn om onder meer de ballen aan te gooien. “En dan bespreken we nog de laatste details.”

Evaluatie

Vervolgens zoeken de coaches een plek op de tribune. “Als je geluk hebt, dan is er een plek voor coaches gereserveerd. Anders moet je het zelf uitzoeken”, zegt Van der Kuip. Ze zitten achter het veld, daar waartje het beste zicht hebt op de blok-, verdedigings- en settingslijnen. Van der Kuip: “We mogen vanaf daar zelfs geen handgebaar richting de spelers maken. Daar houdt iedereen zich wel strikt aan. Ik ken ook geen buitenlandse collega’s die zich wel stiekem schuldig maken aan coachen vanaf de tribune.”

Na de wedstrijd volgt uiteraard een evaluatie. Van der Kuip: “En die moet soms ook heel kort omdat de volgende wedstrijd zich al aandient.”

Foto: Ronald Hoogendoorn

Bekijk ook eens

Facebook X WhatsApp LinkedIn